De nieren en de urinewegen
De nieren liggen in de buikholte links en rechts van de wervelkolom, vlak onder het middenrif. De nieren verwijderen stoffen uit het bloed. Door de nieraders stroomt het gezuiverde bloed weg uit de nieren. Een nier bestaat uit nierschors, niermerg en nierbekken. In de nierschors en het niermerg vindt de uitscheiding plaats van overtollig water, van overtollige zouten, van afvalstoffen (o.a. ureum) en van schadelijke stoffen. De verwijderde stoffen heten urine. Bij gezonde mensen komt in de urine geen glucose voor. De samenstelling van urine is niet altijd gelijk, als je bijvoorbeeld veel hebt gedronken bevat de urine veel water. De gehaltes aan zouten en afvalstoffen in de urine zijn afhankelijk van de hoeveelheden van deze stoffen n het inwendige milieu. Urine wordt in de nierbekkens verzameld en via de urineleiders afgevoerd naar de urineblaas. In de urineblaas wordt de urine tijdelijk opgeslagen, zodat je niet voortdurend hoeft te plassen.
Ziektes en aandoeningen
Nierkanker
- Nierkanker ontstaat doordat er dan een tumor in de nieren zit. Nierkanker geeft niet veel klachten, waardoor je er niet snel achterkomt. Er zijn verschillende soorten symptomen zoals bloed in urine, verlies van eetlust en steken in je zij. Nierkanker wordt vaak behandeld met een operatie of een bestraling.
Nierstenen
- Bij nierstenen heb je een verstopping bij de urineleider. Dit geeft zeurende pijn, doordat de urine niet meer kan worden afgevoerd. Je kunt nierstenen krijgen als je te weinig drinkt of als je voedsel eet met veel zouten. Nierstenen wordt vaak gewoon uitgeplast, en vormen dan niet meer geen probleem.
Urineweginfectie
- Urineweginfecties ontstaan wanneer bacteriën via de urineleider in de blaas terecht komen. Daardoor kunnen de blaas en soms ook de nieren ontstoken raken. Een urineweginfectie kan zowel bij kinderen als volwassen voorkomen. Er zijn verschillende soorten symptomen zoals koorts en pijn bij het plassen. Ook kan je urine een rare geur hebben. Een urineweginfectie wordt behandeld met antibiotica.