Afweer

Stoffen die niet in je lichaam thuishoren, noem je lichaamsvreemde stoffen of antigenen. Als deze stoffen je lichaam binnenkomen, verdedigt je lichaam zich daartegen. Je kunt ook een infectie hebben, dan dringen ziekteverwekkers je lichaam binnen. Vaak is je lichaam goed beschermd tegen het binnendringen van ziekteverwekkers maar soms slagen ze er toch in je lichaam binnen te dringen. Je lichaam probeert de ziekteverwekkers op verschillende manieren tegen te gaan. Je lichaamstemperatuur kan gaan stijgen waardoor je koorts krijgt. De ontwikkeling van de ziekteverwekkers wordt tegengegaan bij koorts en de afweer van je lichaam wordt tijdelijk versneld. Antibiotica kan ook helpen de afweer van je lichaam tijdelijk te versterken maar antibiotica werkt alleen tegen infecties door bacteriën, niet tegen infecties door virussen. Witte bloedcellen kunnen bacteriën en andere ziekteverwekkers onschadelijk maken door ze in te sluiten. Ook maken bepaalde witte bloedcellen antistoffen tegen lichaamsvreemde stoffen. De antistoffen hechten zich dan aan de lichaamsvreemde stoffen. Zo kan een binnengedrongen ziekteverwekker onschadelijk worden gemaakt.

Zolang er antistof in het bloed aanwezig is, beschikt je lichaam altijd over een goede afweer tegen de ziekteverwekker. De witte bloedcellen onthouden hoe deze antistof moet worden gemaakt en weten dan precies welke antistof moet worden gemaakt tegen de ziekteverwekker. Je bloed kan dan in een korte tijd veel antistoffen bevatten, zodat je niet ziek wordt. Dan ben je immuun geworden voor deze ziekte. Deze vorm noem je natuurlijke immuniteit.

Je hebt nog een vorm van immuniteit, namelijk kunstmatige immuniteit. Dit gebeurt als je ingeënt wordt tegen ziekten. Bij de inenting wordt er een vaccin gespoten, deze bevat een dode op verzwakte ziekteverwekker. Bepaalde witte bloedcellen maken antistoffen tegen de antigenen. Als je later wordt geïnfecteerd door de ziekte waar je voor bent ingeënt, kunnen de witte bloedcellen gelijk de antistof maken. Deze vorm van kunstmatige immuniteit noem je actieve immunisatie, omdat de ingeënte persoon dan zelf de antistof aanmaakt.

Onder kunstmatige immuniteit valt ook passieve immunisatie. Hier is sprake van als je wordt gebeten door een giftige slang, je krijgt dan giftige antigenen in je bloed. Je moet dan snel een antistof tegen deze antigenen toegediend krijgen. Dan krijg je een serum ingespoten die één of meer antistoffen tegen antigenen bevat. Het serum maakt de antigenen direct onschadelijk, je maakt dan zelf geen antistoffen aan. Dit is een voorbeeld van passieve immunisatie.

Vaccinaties


DKTP-prik

  • De DKTP-inenting beschermt kinderen tegen 4 ernstige infectieziekten: difterie, kinkhoest, tetanus en polio. De prik is een herhalingsprik. De prik wordt via de arm ingebracht. 

HPV-vaccinatie

  • HPV staat voor Humaan Papillomavirus. Er zijn ruim 100 verschillende varianten van dit virus. Een aantal varianten kunnen baarmoederhalskanker veroorzaken. Het HPV-virus is erg besmettelijk. Ongeveer 8 van de 10 vrouwen raakt ooit besmet met het HPV-virus. Het virus wordt overgedragen door seksueel contact. Dit hoeft niet per se vrijen te zijn, het kan ook overgedragen worden via de huid van je handen en vingers. Een vaccinatie voorkomt dat je baarmoederhalskanker krijgt.

Malaria-pillen

  • Malaria is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door malariaparasieten die door een muggenbeet het lichaam binnenkomen. Malaria komt vooral voor in tropische en subtropische gebieden, op plekken waar het warm en vochtig is.Ook in Nederland zien artsen wel eens malaria omdat reizigers uit malarialanden de ziekte met zich mee kunnen dragen. Als je malaria-pillen slikt voordat je naar een tropisch of subtropisch gebied gaat kun je er later niet ziek van worden.